Zingen, ringen en wandelingen

UITGETEST: VOGELS KIJKEN IN HET ZWIN NATUUR PARK

Een must in onze gemeente: het Zwin Natuur Park waar je verschillende bijzondere (trek)vogels van dichtbij kan bekijken en een uniek natuurgebied kan ontdekken. Ga zeker eens op stap met een Zwingids, dan voel je pas écht de liefde voor onze gevederde vrienden.  

Dit is een artikel uit KH Magazine 51 (tekst: Gelein Van Kampen)

Kijk, daar lag de landingsbaan.” Ik denk even dat mijn gids een grapje uithaalt, maar hij blijft serieus. In 1929 was het Zwin Natuur Park absoluut geen luchthaven voor vogels, wel eentje voor vliegtuigen. “Totdat Graaf Léon Lippens er een stokje voor stak en in 1952 het Zwin verklaarde tot een natuurpark. De airstrip moest verdwijnen”, zegt Zwin Natuur Parkmedewerker Peter Strubbe. De titel ‘internationale luchthaven voor vogels’ is niet zomaar gekozen, het is een knipoog naar het vroegere vliegveld. Het bezoekerscentrum doet trouwens denken aan een terminal. Je krijgt bij binnenkomst geen ticket, wel een paspoort en in de ruime hal zie je op het vertrek- en aankomstbord waar de Zwinvogels vandaan komen of naar onderweg zijn. 

Boven op het bezoekerscentrum

Op elk moment van het jaar is het een drukte van jewelste in het luchtruim boven het Zwin. Niet alleen zijn er de standvogels, die het hele jaar door hier blijven, maar ook de zomer- en wintergasten. Peter doet zijn uiterste best om het me uit te leggen. Hij springt af en toe bij als natuurgids en pakt me meteen in met zijn grote kennis over het gebied. Bovendien kan hij enthousiast vertellen over het landschap en haar bewoners. We staan boven op het bezoekerscentrum en kijken uit over het hele Zwin Natuur Park. Peter: “De oppervlakte en de variatie in het gebied maken het voor vogels zo’n goede plek. Zo heb je het bosgebied, de polders, de duinen en de zee met elk hun specifieke vogelsoorten.” Ook zijn er de slikken en de schorren. De slikken staan tweemaal per dag onder water. De schorren lopen sporadisch onder, als er bijvoorbeeld springtij is, of een combinatie van springtij én een storm. “Het unieke aan het Zwin Natuur Park is dat al die gebieden in elkaar overlopen. Die dynamiek is wat het hier zo prachtig maakt.” 

VAN CANADA’S TOT KBV’TJES

Een groep ganzen (officieel: een ‘toom’) vliegt met veel lawaai over. Ik kijk ze na door mijn verrekijker. “Ze zijn zwart met wit gekleurd”, zeg ik tegen Peter. 

“Dan waren het vast brandganzen of Canadese ganzen”, antwoordt hij. “Een brandgans heeft meer wit aan de kop, meer zwart aan de borst en is kleiner dan de Canadese. Wat denk je?” Ik heb geen idee. Peter snapt het wel, als beginner is het moeilijk om verschillende soorten uit elkaar te houden. “Los van de kenmerken van de vogels die je moet leren kennen, bestaan er veel varianten binnen één soort. Zo zien de mannetjes en vrouwtjes er anders uit, is er een verschil tussen de juveniele vogels en de volwassen exemplaren. Vaak hebben ze ook nog eens een winter- of zomerkleed.” Maar ik laat me hier niet door ontmoedigen. Peter: “In de vlucht of verscholen tussen de bladeren wordt het al helemaal moeilijk. Vogelaars spreken onderling vaak over een KBV’tje tussen de takken: een Klein Bruin Vogeltje.” Het duurt lang voor je soorten uit elkaar kan houden, maar als het je interesseert, heeft Peter wel een tip. “Begin bij één vogel, observeer hem. Breid je kennis dan langzaam uit met een tweede soort en bouw daarop verder. Of blijf gewoon staan en geniet van wat je ziet, ook al kan je het niet direct benoemen.” Een levensles. In de stilte die volgt, zien we een torenvalk biddend hangen boven de velden. We horen een smient kenmerkend ‘fluiten’ en volgen het geluid tot we hem door onze verrekijker zien. Ik heb nog geen tien stappen in het Zwin gezet en vind de dag al geslaagd. 

Rosse grutto, aangenaam

We dalen weer af naar het bezoekerscentrum en komen langs de trekvogeltentoonstelling. Met het Zwin-paspoort als toegangskaartje krijg je ook een eigen vogel toegewezen. Ik ben vandaag een rosse grutto: een steltloper met een lange dunne snavel. Hij is goed te zien tijdens de voorjaars- en najaarstrek en sommigen exemplaren overwinteren hier ook. Onze fotograaf is een zomertortel, een duif die ’s zomers het Zwin aandoet. Aan de hand van allerlei spelletjes en interactieve tafels komen we meer te weten over Zwinvogels in het algemeen, en onze eigen soort in het bijzonder. Maar na een uur spelen in de tentoonstelling willen we toch naar buiten. We vervolgen onze weg richting Voederhut waar we enkele vogels achter glas kunnen observeren. Wij kunnen hen wel zien, maar zij ons niet. We bekijken een grote bonte specht van dichtbij en een verdwaald eekhoorntje. Ik vertel Peter dat ik nog nooit een blauwborst heb gezien, maar er wel benieuwd naar ben. En dat een groenling, sijs en ijsvogel ook op mijn lijstje staan. Allemaal felgekleurde vogeltjes die ik mooi vind, maar ik ben verre van een echte vogelaar. Peter verrast me als ik voorzichtig verwoord dat ik al langer uitkeek naar dit dagje ‘vogelspotten’. De liefde voor vogels van de gidsen in het Zwin gaat namelijk heel ver. Zo ver, dat ze onderling zelfs niet van vogelspotten spreken, maar van vogels kijken. Ze willen niet ‘spotten’ met de beestjes. 

Goed geringd

Het Zwin Natuur Park is niet alleen een veilige haven voor de vogels (en de mensen die het willen zien), er wordt ook veel onderzoek gedaan. Zo zijn de ooievaars met een nest in het Zwin bijna allemaal geringd, en sommigen werden uitgerust met een zender. Ook de vogels die hier uit het ei zijn gekropen. Peter vertelt enthousiast over een jonge ooievaar die tijdens zijn eerste vlucht in etappes tot in Spanje is geraakt. En een andere die in Senegal is waargenomen. We zijn intussen bij de Ringhut aangekomen. Hier kan je van augustus tot begin november meekijken hoe vogels geringd worden, met deskundige uitleg van de ringer. De vogels worden gevangen met behulp van opgehangen netten, voor eventjes in kleine katoenen zakjes gestopt en daarna gewogen, bekeken en geteld. Dragen ze al een ring, dan wordt deze geregistreerd. Door het ringen van de vogels in het Zwin Natuur Park kunnen ze heel specifiek zien waar ze vandaan komen of terechtkomen. Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht: we starten met een koolmees. Van dichtbij zie je pas zijn prachtige kleuren. Daarna haalt de ringer een goudhaantje uit het zakje. Het kleinste vogeltje van Europa. Het valt op hoe rustig de vogels blijven bij het ringen zodat het publiek hen goed kan zien. De derde vogel die vandaag geringd wordt is … een sijs! Dit felgele vogeltje kan ik dus van mijn checklist afstrepen. We leren bij over zijn leefgebied, hoe de sijs vroeger als huisdier werd gehouden en dat ze zelfs trucjes kunnen leren. Na de uitleg gooit de ringer de vogels in de lucht en kunnen ze weer hun eigen weg vervolgen.

“Een groenpootruiter!”

Steeds als we vogelzang horen, blijven we stilstaan en turen we naar de bomen. Of we kijken naar het water en zien een kuifeend onderduiken. Als we verder wandelen naar de schorren, treffen we een scholekster met feloranje snavel, een indrukwekkende aalscholver, een tureluur en een bonte strandloper. Peter juicht als hij een groenpootruiter lokaliseert, een steltloper met groenachtige poten. Hij zet de telescoop zo klaar dat ik de vogel ook kan bekijken. De ijsvogels laten zich niet meteen zien. En om de laatste ooievaars van het seizoen nog te ontmoeten, hadden we wat vroeger moeten opstaan. Bij elke hut die we passeren, staat trouwens een Zwingids klaar om uitleg te geven. Peter houdt ook steeds even halt: “Er zat hier net een groenpootruiter!” De waardering voor de natuur spat ervanaf. En zo komt er langzaam een einde aan mijn dag in het Zwin. Ik zal nog eens moeten terugkomen, want er is nog zoveel waar we geen tijd voor hadden. De andere hutten, de begeleide wandelingen en stukken Zwin waar we nu niet zijn geraakt. We drinken nog iets in het cafetaria en blijven aan de praat. Over hoe eenvoudig het is om een vetbol in je tuin op te hangen en te genieten van wat erop afkomt. Hoe een waardering voor vogels zorgt dat je met hele nieuwe ogen naar de natuur kijkt. Je doet andere indrukken op, ziet andere dingen en hoort andere dingen dan anders. Als je zoekt en luistert naar (maar niet spot met!) al het prachtigs dat er in het Zwin rondvliegt, landt en scharrelt, is het onmogelijk om je hier te vervelen. Wat een aanrader. Ook voor wie denkt dat hij alles van het Zwin Natuur Park al heeft gezien: think again. Er vallen nog zoveel KBV’tjes te ontdekken.

Praktische info

Zwin Natuur Park, Graaf Léon Lippensdreef 8, 8300 Knokke-Heist

Toegang: € 14 voor volwassenen, € 6 voor kinderen boven de 6 jaar. Open in december van woensdag tot zondag. Iedere dag geopend tijdens de kerstvakantie, behalve op 25 december en 1 januari. Alle openingstijden en jaarkalender op zwin.be Boek met je vriendengroep of familie een gids: € 80 voor twee uur enthousiaste uitleg.